NL · EN

I·V·O ontstond vanuit fenomenologische ervaring, maar de onderliggende structuur blijkt bruikbaar in veel bredere domeinen. Toch is het geen fysische theorie, geen biologisch model, en geen verklaring van bewustzijn.

I·V·O is een architecturale lens — een minimale vormtaal om te herkennen hoe systemen orde vormen.

Het model verklaart niets "in plaats van" bestaande wetenschap. Het biedt een domeinonafhankelijke structuur om overeenkomende dynamieken zichtbaar te maken.

1. Twee lagen: fenomenologisch en universeel

Om consistent te blijven onderscheidt I·V·O twee niveaus:

A. Fenomenologische laag — hoe ervaring verschijnt

  • I — waarneming / moment van instorting
  • V — richting, aandacht, intentie
  • O — context, open potentie

B. Universele laag — een minimale ordeningsarchitectuur

  • O — potentieveld / mogelijkheden
  • V — gradiënt / spanningslijn / richting
  • I — collapse tot vorm / actualisatie

De twee lagen spiegelen elkaar, maar zijn niet identiek. Die scheiding houdt het model helder en toepasbaar in verschillende domeinen.

2. Waarom deze structuur in veel systemen terugkomt

Veel dynamieken — fysiek, biologisch, psychologisch, computationeel — volgen een herkenbare driedeling:

  • een veld van mogelijkheden (O)
  • een richtinggevende kracht of gradiënt (V)
  • een feitelijke vorm, keuze of uitkomst (I)

I·V·O claimt niet dat dit de "werkelijkheid" is; het laat zien dat deze structuur regelmatig terugkomt wanneer systemen zich ordenen.

3. Heldere mappings per domein

AI

  • O — latent space (mogelijke representaties)
  • V — loss gradient / prompt / attention-direction
  • I — gegenereerde output

Gedrag

  • O — opties / scenario's
  • V — motivatie / spanning / intentie
  • I — keuze / handeling

Biologie

  • O — variatieveld
  • V — selectiedruk
  • I — fenotypische vorm

Dynamische systemen

  • O — state space / attractor landscape
  • V — systeemkrachten / drifts
  • I — huidige toestand / attractor collapse

Dit zijn geen verklaringen, maar mapping-voorbeelden: manieren om dezelfde ordeningsgeometrie te herkennen.

4. Wat I·V·O wél en niet claimt

I·V·O is níét:

  • geen natuurkundige theorie
  • geen evolutiemodel
  • geen verklaring van bewustzijn
  • geen Theory of Everything

I·V·O ís:

  • een minimale, domeinonafhankelijke lens
  • een vormtaal om ordening te herkennen
  • een structureel patroon dat in veel systemen zichtbaar wordt
  • een brug tussen fenomenologie, AI, gedrag, systemen en biologie

Het is een manier van kijken, geen vervanging van bestaande modellen.

5. Minimaliteit als kracht

Veel fundamentele structuren in wetenschap zijn eenvoudig:

  • evolutie: variatie → selectie → overerving
  • Bayes: prior → likelihood → posterior
  • dynamische systemen: veld → richting → toestand

I·V·O deelt die eenvoud, zonder de onderliggende wiskunde, biologie of fysica te vervangen. Het is een vormtaal, geen concurrerend mechanisme.

6. De kernzin

I·V·O is een minimale vormtaal voor ordening:
potentie (O) → richting (V) → vorm (I).

Bewustzijn, gedrag, AI en biologie passen erin — als patronen, niet als verklaringen.

7. Waarom dit waardevol is

Omdat het:

  • domeinen met elkaar verbindt zonder ze te reduceren
  • helder is voor fenomenologie én technisch bruikbaar in AI
  • schaaloverschrijdend werkt zonder grootspraak
  • misverstanden over filosofische claims voorkomt
  • een consistent kader biedt voor gedrag, systemen en emergentie
  • een nuchter, professioneel uitgangspunt vormt voor verdere ontwikkeling

I·V·O is dus geen theorie over wat de wereld is, maar een minimalistische lens voor hoe systemen ordenen.