NL · EN

Ritueel 1

Beginnen: de eerste minuut

1 minuut

Voordat je aan iets begint (werkblok, gesprek, schrijven), sluit je 30 seconden je ogen en adem je twee keer rustig in en uit.

Stel één vraag aan het veld: "Wat is hier vandaag echt belangrijk?" Wacht een paar seconden, zonder antwoord te forceren. Begin dan pas.

Ritueel 2

Afronden: de laatste twee zinnen

2 minuten

Aan het einde van een taak of gesprek schrijf je twee zinnen:

  • "Dit neem ik mee…"
  • "Dit laat ik hier…"

Kort is genoeg. Je markeert in het veld wat mag doorlopen en wat mag stoppen.

Ritueel 3

Loslaten: het mini-vuur

5 minuten

Schrijf iets op dat je wilt loslaten (gedachte, zorg, project dat niet meer klopt). Eén zin is genoeg.

Verbrand het veilig in een schaaltje of scheur het ritueel in kleine stukjes en gooi het weg. Terwijl je dit doet, zeg je: "Ik geef dit terug aan het veld."

Ritueel 4

Kiezen: de drietrap

5 minuten

Bij een keuze schrijf je drie dingen op:

  1. Wat zegt mijn hoofd?
  2. Wat zegt mijn lijf?
  3. Wat zegt mijn veldgevoel (intuïtie/ruimte)?

Je kiest niet direct. Je erkent eerst alle drie de stemmen. Soms wordt de keuze al in dit opschrijven duidelijk.

Rituelen werken omdat ze het veld helpen structureren. Hoe kleiner en consistenter, hoe groter het effect.