Moment 1
De eerste drie ademhalingen van de dag
Zodra je wakker wordt, nog vóór je je telefoon pakt: drie bewuste ademhalingen.
Op de derde ademhaling stel je jezelf de vraag: "Hoe wil ik vandaag aanwezig zijn?" Eén woord is genoeg.
Micro-oefeningen voor door de dag heen
Moment 2
De overgang
Tussen twee activiteiten in (bellen → mail, werken → koken, etc.) sta je één minuut stil.
Vraag jezelf: "Wat laat ik achter?" en "Wat neem ik mee?" Daarmee maak je van chaos een reeks heldere velden.
Moment 3
Eén bewuste keuze per dag
Kies elke dag één moment waarop je expliciet besluit: "Dit doe ik wel" of "Dit doe ik niet" – puur op gevoel.
Noteer kort wat je koos en waarom het klopte. Zo train je dagelijks je gevoel voor V-kracht in kleine dingen, zodat het er is wanneer het groot wordt.
Moment 4
Terugkijken in één zin
Aan het eind van de dag schrijf je één zin: "Vandaag heb ik het meest geleefd toen…"
Je zet het veld daarmee stil in een helder moment. Dat bouwt herkenning op voor wat echt klopt.
Deze micro-praktijk kost bijna geen tijd, maar verschuift je langzaam van overleven naar waarnemen – en dat is precies waar je veldwerk begint.